In december is een grootschalig marktonderzoek onder kunstliefhebbers en -kopers afgerond. De rapportage laat een somber beeld zien van de te verwachten omzetten. Dit jaar zal in Nederland 10 à 15 procent minder hedendaagse kunst gekocht worden. De gemiddelde koopprijzen lijken wel min of meer stabiel te blijven. Een van de belangrijkste conclusies is, dat galeries marktgerichter moeten gaan werken, om te voorkomen dat ze verder marktaandeel zullen verliezen. Kunstbeurzen stijgen langzaam in populariteit voor zowel oriëntatie als aankoop van kunst. Men vindt echter het aantal beurzen nu wel genoeg. De rek is er uit.
Zeven jaar geleden werd door o.a. Motivaction een onderzoek uitgevoerd onder 3000 kunstliefhebbers en 166 kunstbemiddelaars. Uit dat onderzoek bleek toen dat er in Nederland 695 professionele kunstbemiddelaars actief waren, waarvan 580 als galerie en 115 als kunstuitleen. De gezamenlijke kunstomzet bedroeg toen nog ongeveer 130 miljoen euro. Ik beschik niet over de gegevens van het afgelopen jaar, maar het lijkt er zeker niet op te zijn vooruitgegaan. De laatste jaren zien wij dat zelfs een aantal galeries de deuren hebben moeten sluiten.
Wat in dat onderzoek interessante conclusies waren, was o.a. dat veel in kunst geïnteresseerden beginnen met het lenen van een kunstwerk bij een kunstuitleen en dat zij later overstappen naar een galerie. Of die trend zich heeft voortgezet, ligt in de lijn der verwachting. Men kan immers gespreid betalen in de vorm van een soort huurkoop en ook eenvoudig onder de huidige economische omstandigheden alsnog van een aankoop afzien.
Verder bleek indertijd dat de leeftijdscategorie 16 tot 20 jaar veel belangrijker is voor de smaakontwikkeling dan voordien werd aangenomen. Bijna een derde van de ondervraagde kunstliefhebbers gaf aan in de leeftijdsfase van 16 tot 20 jaar geïnteresseerd te zijn geraakt in hedendaagse beeldende kunst. Dit in tegenstelling tot eerder gehouden onderzoeken, op basis waarvan deze leeftijdscategorie aanmerkelijk minder serieus werd genomen. Ik denk niet dat dit gegeven op zich in de afgelopen jaren zal zijn veranderd. Het is dus van belang dat de kunstwereld deze groep jongeren als serieuze doelgroep behandelt. Daartoe zullen media moeten worden ingeschakeld die de jongeren aanspreken. Misschien ook een kunstmanifestatie combineren met optredens van onder de jeugd populaire bands en artiesten? Zij zijn immers de kopers van de toekomst?
Tot slot bleek toen dat de kunstsector gebaat is bij collectieve promotie. Door een collectieve benadering kan het marktpotentieel beter en efficiënter worden benut. Door het gestegen aantal kunstbeurzen en atelierroutes lijkt deze aanbeveling te zijn nagevolgd. Ook instituten als de NABK en Kunstweek werken in die richting. MainportArt had een concept ontwikkeld van een soort collectief netwerk van individuele websites, die elkaar qua promotie, vindbaarheid en in bezoekersaantallen versterken. Dan is het echter van belang dat deelnemende, individuele kunstenaars hun website actueel houden en regelmatig vernieuwen om daarmee ook het collectief te versterken.
Vooralsnog lijken de effecten van de collectieve inspanningen in het komende jaar echter niet positief uit te pakken. Kunst is geen primaire levensbehoefte en bestedingen in die sector zullen bij krimpende budgetten al gauw worden uit- of afgesteld.
Wil je als kunstenaar een graantje meepikken uit de schraler wordende afzetmarkt, dan zul je nóg meer aandacht aan de marketing van je werk moeten besteden.
Foto: Frank de Leeuw
maandag 14 januari 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten